Caresheet Ctenosaura melanosterna

 

 

Cites:

De C. melanosterna is vanaf 21 juni 2010 toegevoegd tot CITES appendix II. Op deze datum zal bekend worden gemaakt in welke bijlage ze binnen Nederland komen (bijlage A of B). Indien u in het bezit bent van deze dieren is het raadzaam om een administratie op te starten. Tevens is het verstandig enkele foto's van de dieren VOOR deze datum af te drukken, dit met de afdrukdatum erop. Hiermee is namelijk aan te tonen dat de dieren al in het bezit waren voordat deze onder CITES kwamen. Verkoop van deze dieren zullen in de toekomst zeker met een overdrachtsverklaring gepaard gaan. Indien de dieren binnen Nederland onder Bijlage A komen te vallen, dient een EG-Certificaat bij de overdracht overhandigd te worden. Koop vanaf nu dus geen dieren meer zonder enige papieren!Â

 

Land van herkomst:

Deze Ctenosaura soort komt oorspronkelijk Uit de Rí­o Aguan-Becken in het Noorden van Honduras, Cayo Cochinos Grande, Cayo Cochinos Menor en Chachahuate.

 

Omschrijving:

C. melanosterna is een over het algemeen rustige soort, die met genoeg aandacht redelijk makkelijk handtam wordt. Ze worden met de juiste verzorging tussen de 15 en 20 jaar oud.

 

Herkenning:

De C. melanosterna heeft meestal een zwarte borst en zwarte voorpoten. De kop is geelsig met grijs en de nek grijskleurig.

 

Lengte:

Een volwassen mannelijke Ctenosaura melanosterna bereikt een totale lengte van 760mm waarvan 310mm KRL. Vrouwtjes blijven circa 30% kleiner. De verhouding tussen staart/KRL is 1,65/1,73 .

 

Terrariumgrootte:

150x150x200 voor een volwassen koppel wordt standaard aangegeven als minimum maat. Mijn dieren zitten in een terrarium van 220x110x240 hier zou eventueel een trio in kunnen worden gezet. Ik zie dat ze van deze ruimte goed gebruik maken dus het is geen overbodige luxe.

 

Biotoop:

In matig bebost gebiedt.
De C. melanosterna is een uitgesproken boombewoner. Jonge exemplaren willen nog wel eens in, op de grond liggende, boomstammen leven. Zorg dus voor voldoende klimgelegenheden en schuilmogelijkheden. Sommige dieren houden van flink wat water, zorg daarom dat wanneer dit het geval is, er een waterbak is geplaatst van minimaal 150 liter. Als uw dieren niet van water houden kunt u een kleinere waterbak plaatsen. Verwarm dit water tot 23°C a 25°C.

 

Temperatuur/Luchtvochtigheid:

Overdag mag de temperatuur tussen de 27 en 32 graden liggen. Onder de spots mag de temperatuur verder oplopen. 's Nachts mag de temperatuur tussen de 20 en 25 graden liggen.

De luchtvochtigheid voor de melanosterna moet zo tussen de 50 en 70% liggen. Overdag mag het dichter tegen de 50% aanzitten en 's nachts tegen de 70%. Dit in tegenstelling van de 90% die mensen vaak veronderstellen. Om deze luchtvochtigheid te behalen kun je een sproeisysteem installeren. Een andere manier is om bij het watergedeelte een watervalletje te plaatsen.

 

Voeding:

Ctenosaura melanosterna eet zowel levend voer als groente en fruit. Zo kun je ze krekels, meelwormen, sprinkhanen en dergelijke geven, maar ook paardebloemen en -blad, stukjes appel, wortel, mandarijn, komkommer worden bijvoorbeeld graag gegeten. De melanosterna (dit geldt tevens voor vele andere Ctenosaura soorten) is geen complete herbivoor. Indien je alleen (blad)groente, planten en fruit aanbiedt, zullen ze dit naar verloop van de tijd gaan weigeren.

 

Geslachtsonderscheid:

Mannetjes hebben een grotere duidelijkere keelwam dan de vrouwtjes. Ook is de rugkam bij mannetjes groter dan bij vrouwtjes. De vrouwtjes blijven kleiner dan de mannetjes, dit is tevens ook goed te zien aan de grootte van de kop.
Het mannetje heeft uitgesproken femorale poriën.

 

Paargedrag:

Met Ctenosaura vrouwtjes kunt u het beste, tot dat ze een jaar of drie zijn, wachten met het bevorderen van potentiële nakweek!! Op deze leeftijd zijn ze pas sterk genoeg om dit goed te kunnen overleven en om het hele proces aan te kunnen.

Het paargedrag van de Ctenosaura melanosterna is te herkennen aan hevige kopschudden van het mannetje met de bek open. Het vrouwtje kan dan hetzelfde terugdoen of ze vlucht. Wanneer ze vlucht betekent dit dat ze of niet bereid is tot paren, of dat er op dat moment geen ruimte voor is. Tevens krijgt de man vaak een blauwe glans over zijn lichaam heen.
Zorg ervoor dat u het vrouwtje, wanneer deze eieren aan het aanmaken is, genoeg calcium geeft. Dit is namelijk nodig voor de productie van de schaal van de eieren.

Het is niet perse nodig dat er voor de eileg een paring heeft plaatsgevonden, het vrouwtje kan ook zelf eieren gaan produceren, zonder dat deze bevrucht zijn.

Het vrouwtje legt de eieren in een legkist dat eenvoudig is te maken van bijvoorbeeld een plastieke krat of een eendenlegkist. Leg hier voldoende zand in om te graven. Tevens moeten ze als ze over het zand in de bak lopen, de deksel van deze bak raken met hun rug. Dit geeft ze het gevoel dat ze ook werkelijk onder de grond zitten.

Top